Rouwverwerking

Verlies en rouw………….een half jaar verder; niet loslaten maar anders vast houden

 
Overal waar hem staat in de tekst, wordt ook haar bedoeld.
 
Vroeger was het duidelijk dat mensen een periode in de rouw waren na het overlijden van een dierbare: ze droegen zwarte kleding, in de kerk werd de dode herdacht in gebeden en na het zogenaamde rouwjaar begon het gewone leven weer.
 
Na Elisabeth Kubler-Ross – zij is bekend van de vijf rouwfasen - is er veel gebeurd in de wereld van verlies en rouw. Tegenwoordig werken verliesbegeleiders vooral met de twee kanten van rouwen, de verlieskant en de herstelkant (het duale model).
De rouwende mens is verdrietig, kan niet beseffen dat de overledene voor altijd weg is, kan boos zijn en zit dan aan de verlieskant in het model. Maar doordat verlies iets is dat bij het leven hoort, kunnen de meeste nabestaanden ook verder met hun leven. Dat is zeker niet gemakkelijk en brengt tranen en sombere periodes met zich mee maar toch doen ze de dagelijkse dingen, gaan aan het werk en zorgen voor hun kinderen en familie. Dit is de herstelkant,  juist die normale dingen maken dat het leven weer zijn loop kan nemen.
De heen en weer gaande beweging van verlies naar herstel zorgt ervoor dat het verlies deel wordt van die rouwende persoon en hij het kan opnemen in zijn leven.
Bijvoorbeeld: het meisje dat op 11-jarige leeftijd haar vader verliest, zal hem in de verschillende periodes van haar leven op een andere manier missen, het verlies hoort bij haar. Ze zal er wel steeds beter mee leren omgaan maar het is belangrijk dat ze over hem kan blijven praten……..op haar trouwdag, als ze de vader van een vriendin opa ziet worden en op gewone momenten als ze aan hem denkt en hem mist.
 Als u te maken krijgt met iemand in de familie, een vriend, collega die een naaste heeft verloren, kan het goed zijn om dit te weten; dan kunt u hem ‘meenemen’  naar de herstelkant als hij erg veel in het verdriet vast zit. Of andersom naar de verlieskant gaan als iemand erg snel weer volop werkt en bezig is en daardoor misschien te weinig tijd neemt om stil te staan bij het gevoel van gemis.
Ieder mens is anders en daarmee rouwen ook, je hoort soms ‘nou hij heeft wel heel snel een andere vriendin zeg, dat kan niet goed zijn zo kort na de dood van zijn vrouw’  of  
‘het is niet goed om zo lang verdriet te blijven houden, het leven gaat nu eenmaal door’.
Er staat geen tijd voor rouwen, de een gaat er anders mee om dan de ander.
‘Juist als de eerste weken/maanden na de begrafenis of crematie voorbij zijn, wordt het stil en sta je er alleen voor’ is wat nabestaanden zeggen. Dan kan de omgeving iets betekenen: laat hem vertellen en herinneringen ophalen, luister, heb aandacht…….u hoeft geen advies te geven of met oplossingen te komen, dat verwacht  de ander niet.  Zeg niet ‘je mag me altijd bellen’ [1]  of ‘nu moet je het loslaten’ maar bel zelf of ga langs; toon begrip als iemand er op dat moment niet voor open staat. In plaats van loslaten gaat het tegenwoordig om ‘anders vasthouden’ van de overledene. Niet meer in de realiteit maar wel in herinneringen en gevoelens.
Het verdriet delen met relatief onbekenden lijkt soms minder moeilijk dan met familie of vrienden. In veel plaatsen zijn groepen van lotgenoten die regelmatig bij elkaar komen.
De meerderheid van de mensen leert met hun verlies om te gaan.  Ze tonen veerkracht en hoe meer begrip en steun ze krijgen des te beter! Rouwen is hard werken volgens hoogleraar psychologie en verliesdeskundige Manu Keirse. En niet alleen tijdens de eerste periode maar ook/juist een half jaar later en daarna kan het veel verschil maken als anderen er voor hen zijn.